Na een jaar van strategische investeringen en vernieuwing is Maastricht Aachen Luchthaven de voorkeursoptie voor Malaysia Airlines
Maastricht Aachen Airport (MAA) is door Malaysia Airlines (MH) gekozen als nieuwste bestemming voor een wekelijkse vrachtverbinding vanuit Kuala Lumpur. De eerste vlucht verwacht de luchthaven 13 april.
De geplande wekelijkse vlucht maakt gebruik van de relatief brandstofefficiënte en stille MH Airbus A330F en maakt MAA de tweede luchthaven in Europa waar Malaysia Airlines naartoe vliegt, na Schiphol Amsterdam Airport (AMS).
“Dit is een belangrijke kans voor MAA. We zagen, sinds Royal Schiphol Group (RSG) vorig jaar voor 40% eigenaar werd van de luchthaven, onze volumes groeien, met name op de truck truck vracht” zei Jonas Van Stekelenburg, Chief Executive Officer, MAA.
“Onze nieuwe landingsbaan en nauwe partnerschap met AMS behoren tot de vele redenen waarom we voor MH een geweldige vrachtluchthaven zijn voor inkomende en uitgaande vracht.”
“Onze locatie, professioneel team en efficiënte afhandeling zijn uitstekende randvoorwaarden voor het aantrekken van vrachtvluchten. En dat we nu onderdeel zijn van RSG versnelt onze groei en populariteit binnen Europa als een topbestemming voor vracht.”
RSG investeerde vorig jaar in MAA en verkreeg daarmee 40 procent van de aandelen in de luchthaven. De overige 60 procent is in handen van de provincie Limburg.
Sindsdien hebben beide aandeelhouders 30 miljoen euro geïnvesteerd in de nieuwe landingsbaan, die vorig jaar werd vernieuwd en MAA investeert momenteel meer dan 40 miljoen euro in verdere upgrades aan de infrastructuur, IT en vastgoed.
Malaysia Airlines is de derde luchtvaartmaatschappij die dit jaar (her)start op MST; Royal Jordanian Airlines werd terug verwelkomd na een pauze vanwege de vernieuwing van hun luchtvloot en Pegasus Airlines start in april een route voor passagiers naar het Turkse Antalya.
Vanaf 13 april vervoeren wekelijkse vluchten van Malaysia Airlines inkomende en uitgaande vracht van en naar Maastricht Aachen Airport. Foto: Jan Severijns
